Delier
Bij acute verwardheid en/of een veranderd bewustzijn kan er sprake zijn van een delier. Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist in een verpleeghuis of de thuiszorg speel je een belangrijke rol in het herkennen van een delier. Daarnaast is jouw begeleiding van essentieel belang voor de zorgvrager en de naasten. Dit helpt langdurige klachten voorkomen en draagt bij aan de vroegtijdige herkenning van een mogelijk volgend delier. De V&VN-richtlijn ‘Delier’ biedt handvatten voor het verlenen van de juiste zorg, vóór, tijdens en na een delier. In de onderstaande samenvatting vind je de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn.
- Overweeg basiszorg waarin interventies van het Bundled HELP Programma voorkomen. Dit programma richt zich op oriëntatie, mobilisatie, adequate voedings- en vochtintake, goede nachtrust, optimaliseren van visus en gehoor, goede daginvulling en evaluatie van medicatie.
- Noteer alle gemaakte afspraken in het individuele zorgleefplan. Meer weten over goede verslaglegging? Bekijk de V&VN richtlijn Verpleegkundige verslaglegging en overdracht.
- verandering in taalgebruik
- mate van afgeleid zijn, veranderd bewustzijn of aandacht
- cognitief functioneren in de loop van de dag en slaap-waakritme (ommekeer dag/nacht)
- logisch denken
- waarnemingen (hallucinaties) of wanen
- motorisch handelen (van lethargie tot agitatie)
- oriëntatie (tijd, plaats en persoon)
- Bepaal op basis van signalen, twijfels of een vermoeden of er sprake kan zijn van een delier.
- Overweeg het ophalen van extra informatie bij naasten en/of mantelzorger. Gebruik bijvoorbeeld de Delirium Caregiver Questionnaire.
- Overweeg het aanhaken van de huisarts, verpleegkundig specialist of de POH voor een beoordeling en nader onderzoek op een delier.
- Gebruik de screening tool Months of the Year Backwards (MOTYB) om vast te stellen of er sprake is van verstoorde aandacht.
- Overweeg bij een plotse verandering van het functioneren of het geheugen of er sprake is van een delier door de Delirium Caregiver Questionnaire of Delirium Observational Screening Scale (DOSS) af te nemen.
- Zet in het zorgplan dat de zorgvrager een delier heeft doorgemaakt.
- Heb aandacht voor de naasten en/of mantelzorger en geef hen goede voorlichting over het delier.
- Plan een post-delier gesprek in met de zorgvrager, de naasten en/of de mantelzorger en de wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist of POH.
- Besteed in het post-delier gesprek aandacht aan de mogelijke langdurige gevolgen van een delier en de herkenning van een volgend delier. Je kunt ook verwijzen naar de tools, zoals de informatieflyer voor naasten over het zorgen voor iemand met een delier.
Samenvatting
Preventie
Hoe voorkom je (de verergering van) een delier?
Specifiek in de thuissituatie:
Overweeg de inzet van tijdelijke blokzorg. Dit is extra zorg door een verzorgende (niveau 2 of 3) die op vaste momenten de preventieve interventies vanuit het Bundled HELP Programma inzet.
Signalering
Hoe herken je een delier?
Om een delier vroegtijdig te herkennen is het belangrijk om proactief problemen en risico’s bij (kwetsbare) ouderen op te sporen. Daarbij let je op veranderingen in verschillende levensdomeinen en kijk je naar de wensen, de behoeften en de prioriteiten van de zorgvrager.
Ook is het belangrijk om aandacht te hebben voor de naasten en/of mantelzorger. Neem hen mee in wat een delier is, hoe ze een delier herkennen en wat ze kunnen doen om verergering of herhaling van een delier te voorkomen.
Observeer zelf of vraag aan de naasten en/of de mantelzorger of er sprake is van een plotselinge verandering in het gedrag. Let op:
Door een overlap van symptomen is het onderscheid tussen delier, dementie en depressie lastig. De behoefte aan zorg is vergelijkbaar, maar de behandeling is anders.
Bekijk de richtlijn Delier bij volwassenen en ouderen voor meer informatie.
Kenmerk | Delier | Dementie | Depressie |
---|---|---|---|
Depressie | Acuut, vaak ‘s nachts | Sluipend | Geleidelijk |
Beloop | Wisselend gedurende de dag | Stabiel over de dag | ‘s Morgens erger dan ‘s avonds |
Duur | Uren tot dagen | Progressief in maanden tot jaren | Weken tot maanden |
Bewustzijn | Verminderd | Normaal | Normaal |
Aandacht | Wisselend, verlaagd | Meestal normaal | Meestal normaal |
Oriëntatie | Gestoord, met name in tijd | Gestoord | Gestoord |
Geheugen | Kortetermijngeheugen gestoord | Korte- en langetermijngeheugen gestoord | Ongestoord, wil niet antwoorden |
Denken | Chaotisch | Verarmd | Verarmd |
Waarneming | Wanen en hallucinatie | Meestal normaal | Meestal normaal |
Stemming | Labiel | Wisselend | Somber |
Diagnostiek
Wat kun jij doen?
De hoofdbehandelaar stelt de diagnose. Wat kun jij doen als verpleegkundige, verpleegkundig specialist of verzorgende?
Specifiek in de thuissituatie:
Specifiek in een verpleeghuis:
Niet doen:
Screen niet routinematig op een delier in het verpleeghuis.
Behandeling
Wat doe je?
Beschrijf een delier en de bijbehorende cognitieve problemen van de zorgvrager in de verpleegkundige rapportage. Overweeg ook in deze fase basiszorg waarin interventies van het Bundled HELP Programma voorkomen.
Specifiek in de thuissituatie:
Betrek, in overleg met de huisarts, een extra zorgmedewerker. Denk aan een casemanager dementie, een wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist of de POH ouderen.
Niet doen:
Ga niet tegen de beleving van de zorgvrager in.
Nazorg
Welke nazorg bied je na een delier?
Vaak verdwijnt de aandacht vanuit zorgverleners en naasten voor een delier, zodra de acute fase voorbij is. Dit is onterecht, omdat de zorgvrager tot zes maanden na ontslag uit het ziekenhuis nog negatieve effecten kan ervaren. Dit zie je vaak terug in de algemene dagelijkse levensverrichtingen, het verlies van cognitieve vaardigheden of een overbelasting van naasten en/of mantelzorger. Jij kunt in de nazorg het volgende doen:
In uitgangsvraag 6 van de richtlijn vind je aanvullende overwegingen die je kunt meenemen in een post-delier gesprek.
Printversie
Download de printversie van deze samenvattingskaart.
- ineens in de war is
- niet weet welke dag of hoe laat het is
- heel onrustig, snel boos en emotioneel is, of heel stil en afwezig
- mensen niet meer herkent
- dingen zegt die niet kloppen
- niet weet waar hij of zij is
- niet (of niet goed) reageert op wat u zegt
- zich niet kan concentreren en afgeleid is
- dingen hoort of ziet die er niet zijn (hallucineren)
- overdag veel slaapt en ’s nachts vaak wakker is
- ziekte, zoals een longontsteking of blaasontsteking
- een operatie
- opname in het ziekenhuis
- bepaalde medicijnen
- Zorg voor een rustige omgeving. Niet teveel mensen en/of prikkels en vertrouwde spullen in de buurt.
- Laat diegene niet alleen. Het liefst is er steeds een vertrouwd iemand in de buurt.
- Geef medicijnen op tijd.
- Zorg overdag voor genoeg daglicht en zet ’s nachts alleen een klein lampje aan. Zo is de kans kleiner dat uw naaste overdag te veel gaat slapen en ’s nachts wakker is.
- Zet een klok en een kalender neer, zodat de dag en tijd zichtbaar zijn.
- Blijf rustig herhalen als uw naaste niet meer weet waar hij/zij is, of wie u bent.
- Probeer niet boos of ongeduldig te worden. Zeg niet dat iets onzin is als uw naaste dingen hoort of ziet die er niet zijn. Voor diegene is het heel echt.
- Als uw naaste een gehoorapparaat of bril heeft: zorg als het kan dat hij/zij deze gebruikt.
- Probeer te zorgen dat uw naaste genoeg eet en drinkt.
- Ga samen lopen of op een andere manier bewegen.
- Uw geheugen is nog niet zo goed als eerst
- U kunt zich minder goed concentreren
- U voelt zich somber
- U slaapt slecht
- U bent lichamelijk minder fit dan eerst
- U hebt stress, omdat u bang bent dat het terugkomt
- Als u al een keer eerder een delier heeft gehad.
- Als u hersenen minder goed gaan werken, bijvoorbeeld door dementie.
- Als u ziek wordt (bijvoorbeeld door een longontsteking of blaasontsteking).
- Als u in het ziekenhuis wordt opgenomen, bijvoorbeeld voor een operatie.
- Als u bepaalde medicijnen gebruikt.
- Als u te weinig drinkt.
- Als u slaapproblemen heeft.
- Als u niet goed hoort of ziet.
- Als u niet genoeg beweegt, bijvoorbeeld als u door ziekte lang uw bed niet uit kunt komen.
Patiënteninformatie
Een delier
Wat goed is om als naaste te weten
Uw naaste heeft een delier. Dat betekent dat diegene ineens in de war is en zich anders gedraagt dan u gewend bent. U kunt hiervan schrikken. Hier leest u wat een delier is en wat u kunt doen om uw naaste zo goed mogelijk te ondersteunen.
Voor wie is deze informatie?
Deze informatie is allereerst bedoeld voor de naasten van iemand die een delier heeft. Maar als de klachten minder worden is het voor de persoon zelf ook zeker nuttig om dit door te lezen.
Wat is een delier?
Iemand met een delier raakt opeens in de war. De verwardheid kan tijdens een delier binnen een paar uur tot een paar dagen ontstaan. Meestal komt het door een ziekte, een operatie of medicijnen. Als de oorzaak duidelijk is en behandeld wordt, kan een delier binnen een paar dagen verbeteren. Soms kan het ook een paar weken duren. Ouderen of mensen die problemen met het geheugen hebben kunnen nog lang klachten houden.
Wat merkt u?
Door een delier kan uw naaste verschillende klachten krijgen. U merkt bijvoorbeeld dat diegene:
De klachten verschillen per persoon en per moment. Het ene moment is iemand heel rustig, dan juist weer onrustig.
Hoe komt het?
Een delier kan door verschillende dingen ontstaan, bijvoorbeeld:
Sommige mensen hebben een grotere kans op een delier. Zoals ouderen van 70 jaar of ouder, mensen met dementie of met meerdere gezondheids-problemen. Ook mensen die al eerder een delier hebben gehad hebben meer kans op een delier.
Een delier is geen dementie
De klachten van een delier en dementie lijken veel op elkaar. Misschien bent u bang dat uw naaste ineens dement wordt. Het belangrijkste verschil is: een delier gaat weer over, dementie niet.
Wat kunt u doen?
Na een delier
Waar u op kunt letten als u een delier heeft gehad
U heeft een delier gehad. Misschien zijn u en uw omgeving daar erg van geschrokken. Hier leest u wat u kunt doen om te herstellen. En om te zorgen dat u minder kans heeft dat het nog eens gebeurt.
Voor wie is deze informatie?
Deze informatie is geschreven voor mensen die een delier hebben gehad. Maar het is ook voor de naasten nuttig om dit door te lezen.
Welke klachten kan ik hebben?
Het delier zelf is meestal na een paar dagen tot een paar weken voorbij. Daarna kunt u nog wel een tijd lang klachten houden. Het is niet raar als u na een half jaar nog steeds klachten ervaart. Zoals:
Hoe herstel ik het beste?
Soms blijft uw geheugen minder goed dan voor het delier. Als u ouder bent heeft u hier meer kans op. De adviezen die uw naaste heeft gekregen om u te helpen tijdens het delier, kunnen u ook nu nog helpen. Zorg bijvoorbeeld voor regelmaat in uw dag, eet en drink genoeg, blijf in beweging en neem genoeg rust. Zie ook het kopje Wat kunt u doen.
Komt het terug?
Een delier kan terugkomen. De kans dat een delier terugkomt is groter in deze situaties:
Praat erover
Het is goed om een paar maanden na het delier nog eens met een zorgverlener te gaan praten. Dat kan een wijkverpleegkundige zijn, de huisarts, de verpleegkundig specialist, een praktijkondersteuner van de huisarts of bijvoorbeeld een casemanager. Soms wordt zo’n gesprek aangeboden en anders kunt u er zelf naar vragen als u dat prettig vindt.
Het is goed als ook uw familie of andere naaste bij zo’n gesprek aanwezig is. U bespreekt dan samen hoe het met u gaat, waar u nog last van heeft en wat nodig is om zo goed mogelijk te herstellen. Ook kunt u bespreken waar u in de toekomst op moet letten.
Laat het weten
Moet u naar het ziekenhuis voor een operatie? Of wordt u opgenomen door ziekte? Vertel dan dat u eerder een delier heeft gehad. Zorgverleners kunnen daar dan extra op letten en sneller reageren als het weer gebeurt.
Ongerust?
Raakt u weer meer in de war? Of bent u ongerust? Praat er over met uw naasten. Merken die ook dat u opeens meer in de war bent? Of bijvoorbeeld dat u heel onrustig wordt, of juist heel stil? Vertel dat dan aan de (wijk)verpleegkundige. Of bel de huisarts.
Meer informatie
Lees meer over het verzorgen van iemand met een delier of hoe het verder gaat na een delier op thuisarts.nl.
Vragen?
Heeft u of uw naaste na het lezen van deze informatie nog vragen? Of heeft u meer hulp nodig? Praat er dan over met de zorgverlener van wie u deze informatie heeft gekregen. Samen kunt u op zoek naar oplossingen.
Printversie
Download hier de printversie van deze patiënteninformatie.
Multidisciplinaire richtlijn
Bovenstaande V&VN richtlijnmodules zijn een aanvulling op de multidisciplinaire richtlijn. Deze modules biedt handvatten voor verpleegkundige en verzorgende bij het verlenen van zorg aan patiënten met een delier.