Tuberculose
Zorgvragers met tuberculose (tbc) of een tuberculose-infectie (TBI) krijgen intensieve begeleiding van jou als tbc-verpleegkundige. Een van jouw belangrijkste taken is zorgvragers te helpen om de medicatie goed en regelmatig in te nemen (medicatietrouw). Het afmaken van de behandeling is belangrijk voor genezing en om antibioticaresistentie te voorkomen. De richtlijn ‘Verpleegkundige zorg bij behandeling en begeleiding van tuberculose en tuberculose-infectie’ is gericht op tbc-verpleegkundigen. Deze richtlijn ondersteunt jou bij het geven van zorg die is afgestemd op de zorgvrager en zijn of haar omgeving (persoonsgerichte zorg). Hieronder vind je een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn.
- comorbiditeit
- laaggeletterdheid
- taalbarrière
- stigma of schaamtegevoelens
- onbekendheid met het Nederlandse zorgsysteem
- beperkt ziekte-inzicht
- problematiek op andere vlakken, zoals financiële problemen
- tbc en/of TBI, met aandacht voor de (mogelijke) besmettelijkheid daarvan;
- de voorgestelde behandeling, eventuele onderzoeken en het doel hiervan;
- mogelijke bijwerkingen van de behandeling;
- het verloop van de behandeling;
- de negatieve invloed van middelengebruik, zoals alcohol, drugs of andere medicatie, op de behandeling;
- tbc/TBI en comorbiditeit;
- interactie met medicatie en/of anticonceptie;
- bron- en contactonderzoek.
Samenvatting
Rol van de tbc-verpleegkundige
De tbc-verpleegkundige begeleidt en ondersteunt zorgvragers met tbc en TBI tijdens de gehele behandelperiode. De belangrijkste taken van de tbc-verpleegkundige zijn:
Informeren en voorlichten
Uitleg over medicatie en behandeling
Ondersteunen
Bevorderen van medicatietrouw
Monitoren en evalueren
Tijdig signaleren van bijwerkingen
Aanspreekpunt zijn
Aanspreekpunt zijn voor vragen en klachten
Persoonsgerichte zorg
Tbc en TBI zijn goed te behandelen met antibiotica. Medicatietrouw is van groot belang om de kans op terugkeer van de ziekte of resistentievorming te verkleinen. Hiervoor is een persoonsgerichte aanpak in de begeleiding en behandeling van de zorgvrager belangrijk. Richt je daarom vanaf het eerste contactmoment op het opbouwen van een vertrouwensband met de zorgvrager.
Risicofactoren
Neem bij de start van de behandeling een anamnese af om risicofactoren die medicatietrouw in de weg kunnen staan, in kaart te brengen. Gebruik hiervoor de Verpleegkundige Anamnese Lijst (VAL). Beschrijf de verpleegdoelen op basis van de anamnese. En bekijk of het nodig is om interventies in te zetten om medicatietrouw te ondersteunen.
Voorbeelden van risicofactoren die medicatietrouw in de weg kunnen staan zijn:
Bekijk figuur 1 van de richtlijn voor een overzicht van alle risicogroepen.
Verpleegkundige interventies
Informeren en voorlichten
Geef vanaf de start van de behandeling herhaaldelijke voorlichting aan de zorgvrager en zijn naasten. Houd bij het geven van voorlichting rekening met de taalkennis en culturele achtergrond van de zorgvrager. Schakel een professionele tolk in als dat nodig is. Geef voorlichting over:
Verwijs zorgvragers die last van vooroordelen (stigma) ervaren door naar een maatschappelijk werker of de huisarts voor extra ondersteuning.
Ondersteunen
Beslis samen met de zorgvrager welke verpleegkundige begeleiding nodig is en hoe vaak deze wordt gegeven. Plan bij een standaardbehandeling van tbc (2HRZE4HR-behandeling) minimaal de volgende contactmomenten in: 1 week, 2 weken, 2 maanden, 4 maanden en 6 maanden. Bij de behandeling van iemand met TBI plan je binnen 1 week na diagnose een intake. Neem in ieder geval 2 weken na de start van de behandeling contact op om de medicijninname en mogelijke bijwerkingen te evalueren.
Bekijk figuur 1 en tabel 2 in module 2 van de richtlijn voor een overzicht van aanbevolen contactmomenten en verpleegkundige interventies.
Monitoren en evalueren
Controleer bij de start en tijdens de behandeling of de gegeven medicatie klopt. Houd in de gaten of er aanvullende risico’s zijn ontstaan die medicatietrouw in de weg staan. Evalueer ook met de zorgvrager of diegene extra ondersteuning nodig heeft om de behandeling te kunnen afmaken.
Bekijk de V&VN-richtlijn Medicatietrouw voor manieren om problemen met medicatietrouw te signaleren en tips om medicatietrouw te ondersteunen.
Aanspreekpunt zijn
Houd tijdens de behandeling in de gaten of de zorgvrager behoefte heeft aan contact met lotgenoten of ondersteuning op psychosociaal en/of economisch vlak. Verwijs de zorgvrager, als het nodig is, naar de huisarts, maatschappelijk werker of andere relevante hulpverlener.
Preventie
Bron- en contactonderzoek
Het bron- en contactonderzoek (BCO) is belangrijk om verspreiding van tbc te beperken. Dit onderzoek is een manier om mensen die in contact zijn geweest met iemand met tbc snel op te sporen en (preventief) te behandelen. Dit verkleint de ziektelast en voorkomt dat besmette mensen ziek worden. Als tbc-verpleegkundige ben je verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het BCO. Bepaal aan de hand van de VAL-uitkomsten waar extra aandacht voor moet zijn tijdens het onderzoek. Het BCO is met name gericht op de directe omgeving van de zorgvrager.
Sommige zorgvragers zijn terughoudend en willen hun omgeving liever niet informeren. Dit kan komen door stigma, schaamte, door te weinig kennis over de ziekte of uit angst voor de gevolgen. Probeer te achterhalen waarom de zorgvrager terughoudend is. Leg uit wat het belang van het BCO is en hoe het anoniem wordt uitgevoerd.
Bekijk de richtlijn Tuberculose Bron- en Contactonderzoek voor meer informatie over de organisatie en uitvoering van bron- en contactonderzoek.
Verwerken van meldingen
In het kader van de Wet Publieke Gezondheid moet tbc worden gemeld. Als tbc-verpleegkundige bespreek je met de zorgvrager met tbc welke gegevens worden ingevoerd en registreer je de zorgvrager met tbc in het Nederlands Tuberculose Register (via Osiris-NTR). Je gebruikt de Osiris-NTR Ziekte vragenlijst om de melding te maken. Deze vragenlijst bestaat uit twee delen. In deel 1 staan vragen die je volgens de wet over de ziekte en de situatie van de zorgvrager moet vastleggen. In deel 2 staan vragen over gegevens die je alleen mag vastleggen met toestemming van de zorgvrager (informed consent).
Voor TBI geldt geen meldingsplicht. In overleg met de zorgvrager kun je dit vrijwillig registreren in Osiris-NTR.
Bekijk module 5 van de richtlijn voor meer informatie over informed consent en de eisen die aan voorlichting hierover worden gesteld.
Meer informatie
Bekijk de website van KNCV Tuberculosefonds, het kennis- en expertisecentrum rondom tuberculosebestrijding, voor meer informatie over tbc en TBI.
Op de website van het RIVM vind je informatie over tbc en TBI en algemeen informatiemateriaal voor zorgvragers. De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM coördineert de tuberculosebestrijding in Nederland. Samen met de Commissie Praktische Tuberculosebestrijding ontwikkelt zij de landelijke richtlijnen. De LCI is verantwoordelijk voor het inhoudelijk adviseren van (zorg)professionals. En de LCI ondersteunt de toepassing van landelijk beleid in de praktijk (implementatie). De GGD is in de eigen GGD-regio’s verantwoordelijk voor de bestrijding van tbc.
Printversie
Download de printversie van deze samenvatting.
- lange tijd hoesten
- slijm en/of bloed bij het hoesten
- moeilijker ademhalen
- elkaar aan te raken
- naar dezelfde wc te gaan
- hetzelfde servies of bestek te gebruiken
- dezelfde kleding aan te doen
- te zoenen, te knuffelen of seks te hebben
- Naar buiten gaan (alleen of met uw eigen gezin).
- Mondkapje dragen dicht bij anderen (behalve bij uw eigen gezin).
- Thuis een raam opendoen.
- Hoesten en niezen in elleboog of papieren zakdoek.
- Alleen papieren zakdoeken gebruiken en deze na 1 keer gebruiken weggooien.
- Uw plas wordt oranje. Ook uw zweet, poep, tranen en/of sperma kunnen oranje worden. Dit is niet erg.
- U heeft misschien minder zin in eten. Eet wat u lekker vindt. Verdeel het over de dag.
- Moeheid.
- Hoofdpijn.
- misselijkheid, overgeven
- buikpijn
- vlekken op uw huid en/of jeuk aan uw huid
- geel oogwit en/of gele huid
- Iedereen met tbc krijgt een behandeling. Het maakt niet uit of u verzekerd bent voor ziektekosten.
- De GGD kijkt niet naar officiële papieren. Dus ook niet of u een verblijfsvergunning of een ziektekostenverzekering heeft.
- Het eerste contact-onderzoek is gratis. De kosten van extra contact-onderzoeken gaan van uw eigen risico af.
- Uw naam wordt niet doorgegeven aan uw contacten.
Patiënteninformatie
Tuberculose: Dit moet u weten
U heeft tuberculose (tbc). Tbc is goed te behandelen. Maar om helemaal beter te worden moet u een paar maanden elke dag medicijnen slikken. Ook als u zich niet (meer) ziek voelt. Zo zorgt u dat u niet ziek(er) wordt of andere mensen besmet met de ziekte. Een verpleegkundige van de GGD helpt u bij de behandeling. Hij of zij legt uit wat u kunt verwachten en wat u wel of niet moet doen.
Wat is tbc?
Tbc is een ziekte die iedereen kan krijgen. U krijgt tbc door een bacterie. Die bacterie kan zorgen voor ontstekingen. De bacterie kan op verschillende plaatsen in uw lichaam zitten. Vaak is dat in de longen. Dan kan de tbc besmettelijk zijn: andere mensen kunnen de ziekte dan ook krijgen. Sommige mensen hebben weinig last van tbc. Anderen worden er erg ziek van.
Ook kunt u de bacterie in uw lichaam hebben zonder ziek te zijn. Dit heet een tuberculose-infectie. Mensen met alleen een tuberculose-infectie zijn niet besmettelijk. Sommige mensen worden dan later toch ziek. Dit kan soms pas jaren later zijn. Er zijn ook mensen met een tuberculose-infectie die nooit ziek worden.
Wat merkt u van tbc?
Door tbc kunt u 1 of meer van deze klachten krijgen:
bij tbc in de longen:
veel zweten in de nacht
koorts
moe zijn
geen zin hebben in eten
afvallen
Besmettelijk
Tbc in de longen kan besmettelijk zijn. Dat betekent dat u de ziekte kunt doorgeven aan iemand anders. Dat kan gebeuren als u hoest, niest, praat of zingt. Nadat u begonnen bent met medicijnen slikken, bent u na 2 tot 3 weken niet meer besmettelijk. Zonder medicijnen blijft u besmettelijk. De tbc wordt dan steeds erger.
Tbc kan ook op andere plekken zitten dan in uw longen. Dan is tbc niet besmettelijk.
U kunt andere mensen niet besmetten door:
Wel en niet doen
Als u tbc in uw longen heeft, kunt u anderen met de ziekte besmetten. Ook als u al medicijnen tegen tbc slikt. Pas na 2 tot 3 weken medicijnen slikken bent u niet meer besmettelijk.
Dit moet u in die weken wel en niet doen:
Wel doen
Niet doen
Dicht bij andere mensen komen (dicht bij uw eigen gezin mag wel).
Bezoek thuis ontvangen of bij iemand op bezoek gaan.
Naar plekken gaan waar veel mensen bij elkaar zijn (zoals winkels, sportschool).
Naar werk, school of kinderdagverblijf gaan.
Contact met jonge kinderen hebben (ook niet in uw eigen gezin als dit mogelijk is).
Hoesten en niezen zonder bescherming (in elleboog of papieren zakdoek mag wel).
Medicijnen zijn belangrijk
Heeft u tbc? Dan moet u medicijnen (pillen of een drankje) slikken. Anders kunt u erg ziek worden. En andere mensen besmetten.
Heeft u een tuberculose-infectie? Dan kunt u kiezen of u wel of niet medicijnen neemt. Dit kunt u met de verpleegkundige van de GGD bespreken.
De medicijnen hebben verschillende namen. Het zijn antibiotica: medicijnen tegen bacteriën.
Slik uw medicijnen elke dag
U moet de medicijnen elke dag op dezelfde tijd innemen. Niet vergeten en niet overslaan! U moet alle medicijnen die u krijgt opmaken. Ook als u zich niet (meer) ziek voelt. Dit is belangrijk, omdat de ziekte anders niet helemaal weggaat. Of weer terug kan komen. En omdat de medicijnen anders een volgende keer niet meer goed helpen.
Hoe lang moet u medicijnen slikken?
De arts of verpleegkundige van de GGD vertelt u hoe lang u de medicijnen moet slikken. Dat is meestal 6 maanden. Dat is zo lang, omdat alle bacteriën uw lichaam uit moeten. In die periode komt u regelmatig bij de verpleegkundige en arts. Zij kijken dan hoe het met u gaat. Ook kunt u vragen over de medicijnen of twijfels die u heeft met hen bespreken.
Belangrijk
Neem de medicijnen elke dag.
Neem de medicijnen elke dag op dezelfde tijd.
Maak alle medicijnen die u krijgt op (ook als u zich niet meer ziek voelt).
Drink geen alcohol in de maanden dat u de medicijnen slikt.
Drink veel water.
Bijwerkingen
De medicijnen kunnen bijwerkingen hebben:
Bel de verpleegkundige als u hier last van krijgt:
Contact-onderzoek
Goed om te weten:
Meer informatie
Lees meer over tbc op rivm.nl/tuberculose en op tuberculose.nl.
Vragen
Printversie
Download de printversie van de patiënteninformatie via onderstaande knop.