Osteoporose en fractuurpreventie
Osteoporose is een chronische aandoening waarbij de botten meer dan gemiddeld verzwakt zijn. Het belangrijkste gevolg hiervan is een verhoogd fractuurrisico. Osteoporose komt veel voor, met name bij ouderen. In 2025 zijn er naar verwachting 1.200.000 mensen met osteoporose in Nederland. Osteoporose kent weinig tot geen symptomen, totdat een fractuur ontstaat. Fracturen (vooral in wervelkolom, heup en pols) zorgen voor veel pijn en kunnen leiden tot invaliditeit en zelfs tot overlijden.
Het doel van de richtlijn is het geven van handvatten aan verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten in de eerste lijn voor het signaleren en begeleiden van cliënten met osteoporose en/of een verhoogd fractuurrisico. In de onderstaande samenvatting vind je de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn.
- Controleer of aanvullend onderzoek naar osteoporose is uitgevoerd. Dit bestaat uit DXA-VFA, eventueel aanvullend laboratoriumonderzoek en inschatting valrisico.
- Informeer de cliënt over het belang van aanvullend onderzoek en motiveer en stimuleer de cliënt om dit uit te laten voeren. De behandelaar van de fractuur kan dit aanvragen.
- Overleg bij een vastgesteld verhoogd fractuurrisico met de cliënt over het starten van preventieve maatregelen om nieuwe fracturen te voorkomen (zie preventieve maatregelen).
- Overleg met de cliënt over het starten van preventieve maatregelen om fracturen te voorkomen (zie preventieve maatregelen).
- Gebruik onderstaande risicofactoren scorelijst om een eventueel verhoogd fractuurrisico vast te stellen.
- Verwijs de cliënt bij een score van ≥ 4 punten naar de huisarts voor aanvullend onderzoek. Dit bestaat uit DXA-VFA, eventueel aanvullend laboratoriumonderzoek en inschatting valrisico.
- Overleg bij een vastgesteld verhoogd fractuurrisico met de cliënt over het starten van preventieve maatregelen om (nieuwe) fracturen te voorkomen (zie preventieve maatregelen).
- Breng voorkeuren en beperkingen t.a.v. bewegen in kaart.
- Stel vast of de cliënt voldoende beweegt. Dit betekent per week ten minste 150 minuten matig-intensief bewegen en 2 keer spierversterkende en balansoefeningen.
- Adviseer om voldoende te bewegen als de cliënt nu onvoldoende beweegt.
- Het gaat hierbij vooral om gewichtsdragende interventies zoals wandelen, spierversterkende en balansoefeningen.
- Houd bij het beweegadvies rekening met persoonlijke voorkeuren, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
- Overweeg begeleiding door een beweegspecialist bij onvoldoende zelfmanagement en bij persoonlijke of complexe problematiek.
- Bespreek met de cliënt hoe het opvolgen van beweegadviezen wordt gemonitord.
- Overweeg om slaapgewoonten in kaart te brengen.
- Overweeg slaapadviezen te geven aan cliënten die kort (<7 uur per dag) of juist erg lang (≥9 uur per dag) slapen.
- Breng voorkeuren en beperkingen t.a.v. voeding in kaart.
- Stel vast of de cliënt voldoende calciuminname (1000-1100 mg/dag) heeft.
- Voor het bepalen van de calciuminname kan gebruik gemaakt worden van de calciummeter van de Osteoporose Vereniging.
- Adviseer om voldoende calcium te gebruiken als dat nu niet het geval is.
- Stel vast of de cliënt dagelijks tenminste 30 minuten overdag buiten komt en adequate vitamine D-suppletie (20 µg (=800IE)) krijgt.
- Adviseer dagelijks tenminste 30 minuten overdag naar buiten te gaan en voldoende vitamine D te gebruiken, als dat nu niet het geval is.
- Voor specifieke voedingsadviezen en doseringen zie multidisciplinaire richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie.
- Houdt rekening met persoonlijke voorkeuren, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
- Daarnaast geldt een algemene aanbeveling voor gezonde voeding.
- Bespreek met de cliënt hoe het opvolgen van voedingsadviezen wordt gemonitord.
- Denk hierbij aan voorlichting over leefstijl, valpreventie en medicatie.
- De keuze voor individuele en/of groepsvoorlichting kan gemaakt worden op basis van lokale mogelijkheden en persoonlijke voorkeuren van de zorgverlener en de cliënt.
- Bij individuele voorlichting kun je gebruik maken van motiverende gespreksvoering. Daarbij hoort ook het vragen aan de cliënt de informatie in eigen woorden te herhalen.
- Mondelinge voorlichting door verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten kan ondersteund worden met voorlichtingsmateriaal op www.thuisarts.nl en via de Osteoporose Vereniging.
- Signaleer problemen met medicatietrouw volgens de aanbevelingen in de V&VN-richtlijn Medicatietrouw.
- Stimuleer de medicatietrouw volgens de aanbevelingen in de V&VN-richtlijn Medicatietrouw, als er problemen zijn met medicatietrouw.
- Besteed – zowel bij signaleren als bij stimuleren – specifiek aandacht aan:
- voorkeuren van de cliënt t.a.v. het gebruik van medicatie;
- het aanbevolen inname-regime;
- bijwerkingen;
- knelpunten met betrekking tot kosten;
- knelpunten met betrekking tot kennis over osteoporose, fractuurrisico, werking van de medicatie en innameregime van de medicatie;
- hulpmiddelen bij het verbeteren van medicatietrouw (bijv. baxter en instructiefilmpjes).
- voorkeuren van de cliënt t.a.v. het gebruik van medicatie;
- te overleggen met de apotheker en/of apothekersassistent over afgeleverde medicatie;
- te overleggen met de voorschrijver over alternatieve medicatie.
Samenvatting
Signalering
Bij cliënt ≥ 50 jaar met een recente fractuur (≤ 2 jaar geleden)
Bij cliënt ≥ 40 jaar met behandeling met systemische glucocorticoïden (bijvoorbeeld prednison en dexamethason)
Bij cliënt ≥ 60 jaar zónder recente fractuur (≤ 2 jaar geleden) en zónder gebruik van glucocorticoïden
Risicofactoren scorelijst
Kenmerk | Score |
---|---|
Leeftijd ≥ 60 jaar | 1 |
Leeftijd ≥ 70 jaar | 2 |
BMI < 20 kg/m² | 1 |
Eerdere, niet recente, fractuur na 50ᵉ levensjaar > 2 jaar geleden | 1 |
Ouder (vader/moeder) met heupfractuur | 1 |
Vallen > 1x laatste jaar en/of beperking mobiliteit | 1 |
Roken en/of alcohol ≥ 3 eenheden per dag | 1 |
Gebruik van medicatie en/of ernstige onderliggende aandoening die onvoldoende onder controle is (in overleg met behandelend arts).* *zie hoofdtekst richtlijn |
1 |
Preventieve maatregelen
Bij een cliënt in de eerste lijn met een verhoogd fractuurrisico (zie signalering) of vastgestelde osteoporose
Bewegen
Slaap
Voeding en suppletie
Calcium:
Vitamine D:
Bij bovenstaande adviezen:
Voorlichting
Je kunt een cliënt (en diens naasten) voorlichten over osteoporose en preventieve maatregelen, met jaarlijkse herhaling.
Medicatietrouw
Bij cliënten in de eerste lijn die medicatie voor fractuurpreventie gebruiken:
Overweeg bij aanhoudende twijfel over medicatietrouw:
Valpreventie
Overweeg dit bij mensen die naast een verhoogd fractuurrisico (zie signalering) ook een verhoogd valrisico hebben.
Onderdeel | Inschatting risico | Verbeteringen indien mogelijk | |
---|---|---|---|
Woonomgeving in en rondom het huis | Beoordeling veiligheid. Bijvoorbeeld losliggende kleedjes, drempels, verlichting of aan-/afwezigheid van hulpmiddelen. |
Advisering over aanpassing via ergotherapeut en WMO. | |
Valrisico verhogende medicatie |
Beoordeling gebruik. | Overleg met de voorschrijver over eventuele aanpassing. | |
Visus | Beoordeling visus en vragen naar brilgebruik. | – Advisering brilgebruik en bezoek opticien.
– Advisering alléén een vertebril (geen multifocale bril) als de cliënt buiten is. |
|
Gehoor | Kwaliteit gehoor. | Advisering bezoek audiciën. | |
Orthostase | Navraag klachten en eventuele bloeddrukmeting. | Advisering gedoseerd opstaan van liggen naar staan. Overleg eventueel met de huisarts over behandeling. | |
Alcoholgebruik | Navraag aantal eenheden per dag. | – Voorlichting over de relatie tussen alcoholgebruik en vallen. – Advisering stoppen van alcoholgebruik. Indien dit niet geaccepteerd wordt door de cliënt, advisering dan maximaal één eenheid per dag. |
|
Beweging | Beoordeling looppatroon, kracht en balans (bijv. Timed Up & Go test). | – Advisering algemene leefstijlmaatregelen (zie betreffende modules). – Eventuele advisering valpreventietraining via een beweegspecialist. |
|
Schoeisel | Beoordeling schoeisel. | Advisering – ook binnenshuis – van goed ondersteunend en slipvast schoeisel. | |
Valangst | Vraag naar valangst. | Eventuele advisering valpreventietraining via beweegspecialist. |
Printversie
Download de printversie van deze samenvattingskaart.
- Beweeg iedere week minstens 150 minuten, dat is 2,5 uur. Doe dit bijvoorbeeld door een halfuur per dag te wandelen.
- Kies voor beweging waarbij uw hartslag omhoog gaat, bijvoorbeeld stevig wandelen of traplopen.
- Kies voor beweging waardoor er druk op uw botten komt te staan, zoals lopen. Bij zwemmen of fietsen gebeurt dat niet.
- Doe minstens 2 keer per week oefeningen om uw spieren sterker te maken en uw balans te verbeteren.
- Zorg dat er geen dingen zijn waarover u makkelijk kunt struikelen. Bijvoorbeeld vloerkleedjes, drempels of losse spullen, zoals snoertjes.
- Zorg voor goede verlichting.
- Draag stevige schoenen, met een zool die niet te glad is. Ook als u binnen bent.
- Wordt u vaak duizelig als u ligt en wilt opstaan? Sta rustig op vanuit stoel of bed.
- Bent u bang om te vallen? Geef dit aan bij uw zorgverlener.
- Gebruik uw bril als u een bril heeft om in de verte te zien.
- Ga naar de opticien als u niet goed ziet.
- Zet uw leesbril af als u loopt.
- Gebruik als u naar buiten gaat alleen een bril om in de verte goed te kunnen zien. Gebruik geen multifocale bril.
Patiënteninformatie
U heeft een verhoogd risico op botbreuken
Wat kunt u zelf doen?
U krijgt deze informatie omdat u een verhoogd risico hebt om een bot te breken. Hier leest u wat u zelf kunt doen om de kans op een botbreuk kleiner te maken.
Bewegen
Mensen die genoeg en goed bewegen hebben minder kans om iets te breken. Genoeg en goed bewegen betekent:
Kies activiteiten die bij u passen en die u kunt uitvoeren, ook als u bijvoorbeeld beperkingen heeft.
Gezond eten en supplementen
Gezond eten is voor iedereen belangrijk. Als u meer kans heeft om een bot te breken, zijn calcium (kalk) en vitamine D extra belangrijk:
Calcium (kalk)
Dit zit vooral in zuivelproducten, zoals melk, yoghurt en kaas. U heeft ongeveer 1000 tot 1100 milligram per dag nodig.
Vitamine D
Ga elke dag minstens 30 minuten naar buiten. Doe dit overdag. Door buitenlicht maakt uw huid vitamine D aan.
Tip
Op de site van de Osteoporose Vereniging staat een calciummeter, waarmee u kunt uitrekenen of u genoeg calcium binnenkrijgt.
Voedingssupplement
Soms is het nodig om een pil met vitamine D of calium (kalk) of beide te nemen. Uw zorgverlener geeft u hier informatie over als dat nodig is.
Medicatie
Het is belangrijk dat u uw medicijnen volgens voorschrift inneemt. Als u dat lastig vindt, bespreek dit dan met uw zorgverlener. Er kan dan naar een goede oplossing worden gezocht. Bekijk de richtlijn Medicatietrouw voor meer informatie.
Voorkom vallen
Als u een verhoogd risico heeft om een bot te breken is het extra belangrijk om niet te vallen. U kunt zelf een aantal dingen doen om de kans op vallen kleiner te maken:
In en om het huis
Veilig bewegen
Medicijnen
Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat u een hoger risico heeft om te vallen. Bijvoorbeeld slaappillen, rustgevende middelen en bloeddrukverlagers. Overleg met uw arts of uw medicijnen aangepast kunnen worden.
Bril
Gehoor
Laat uw gehoor testen als u denkt dat u misschien minder goed hoort.
Alcohol
Probeer geen alcohol te drinken. Als u dit lastig vindt, drink dan niet meer dan 1 glas alcohol per dag.
Vragen?
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Of heeft u meer hulp nodig? Praat er dan over met de hulpverlener van wie u deze informatie heeft gekregen. Samen kunt u zoeken naar oplossingen.