
Delier
maart 2023
Bij acute verwardheid en/of een veranderd bewustzijn kan er sprake zijn van een delier. Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist in een verpleeghuis of de thuiszorg speel je een belangrijke rol in het herkennen van een delier. Daarnaast is jouw begeleiding van essentieel belang voor de zorgvrager en de naasten. Dit helpt langdurige klachten voorkomen en draagt bij aan de vroegtijdige herkenning van een mogelijk volgend delier. De V&VN-richtlijn ‘Delier’ biedt handvatten voor het verlenen van de juiste zorg, vóór, tijdens en na een delier. In de onderstaande samenvatting vind je de belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn.
- Overweeg basiszorg waarin interventies van het Bundled HELP Programma voorkomen. Dit programma richt zich op oriëntatie, mobilisatie, adequate voedings- en vochtintake, goede nachtrust, optimaliseren van visus en gehoor, goede daginvulling en evaluatie van medicatie.
- Noteer alle gemaakte afspraken in het individuele zorgleefplan. Meer weten over goede verslaglegging? Bekijk de V&VN-richtlijn Verpleegkundige verslaglegging en overdracht.
- verandering in taalgebruik
- mate van afgeleid zijn, veranderd bewustzijn of aandacht
- cognitief functioneren in de loop van de dag en slaap-waakritme (ommekeer dag/nacht)
- logisch denken
- waarnemingen (hallucinaties) of wanen
- motorisch handelen (van lethargie tot agitatie)
- oriëntatie (tijd, plaats en persoon)
- Bepaal op basis van signalen, twijfels of een vermoeden of er sprake kan zijn van een delier.
- Overweeg het ophalen van extra informatie bij naasten en/of mantelzorger. Gebruik bijvoorbeeld de Delirium Caregiver Questionnaire.
- Overweeg het aanhaken van de huisarts, verpleegkundig specialist of de POH voor een beoordeling en nader onderzoek op een delier.
- Gebruik de screening tool Months of the Year Backwards (MOTYB) om vast te stellen of er sprake is van verstoorde aandacht.
- Overweeg bij een plotse verandering van het functioneren of het geheugen of er sprake is van een delier door de Delirium Caregiver Questionnaire of Delirium Observational Screening Scale (DOSS) af te nemen.
- Zet in het zorgplan dat de zorgvrager een delier heeft doorgemaakt.
- Heb aandacht voor de naasten en/of mantelzorger en geef hen goede voorlichting over het delier.
- Plan een post-delier gesprek in met de zorgvrager, de naasten en/of de mantelzorger en de wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist of POH.
- Besteed in het post-delier gesprek aandacht aan de mogelijke langdurige gevolgen van een delier en de herkenning van een volgend delier. Je kunt ook verwijzen naar de tools, zoals de informatieflyer voor naasten over het zorgen voor iemand met een delier.
Samenvatting
Preventie
Hoe voorkom je (de verergering van) een delier?

Specifiek in de thuissituatie:
Overweeg de inzet van tijdelijke blokzorg. Dit is extra zorg door een verzorgende (niveau 2 of 3) die op vaste momenten de preventieve interventies vanuit het Bundled HELP Programma inzet.
Signalering
Hoe herken je een delier?
Om een delier vroegtijdig te herkennen is het belangrijk om proactief problemen en risico’s bij (kwetsbare) ouderen op te sporen. Daarbij let je op veranderingen in verschillende levensdomeinen en kijk je naar de wensen, de behoeften en de prioriteiten van de zorgvrager.
Ook is het belangrijk om aandacht te hebben voor de naasten en/of mantelzorger. Neem hen mee in wat een delier is, hoe ze een delier herkennen en wat ze kunnen doen om verergering of herhaling van een delier te voorkomen.
Observeer zelf of vraag aan de naasten en/of de mantelzorger of er sprake is van een plotselinge verandering in het gedrag. Let op:
Door een overlap van symptomen is het onderscheid tussen delier, dementie en depressie lastig. De behoefte aan zorg is vergelijkbaar, maar de behandeling is anders.
Kenmerk | Delier | Dementie | Depressie |
---|---|---|---|
Depressie | Acuut, vaak ‘s nachts | Sluipend | Geleidelijk |
Beloop | Wisselend gedurende de dag | Stabiel over de dag | ‘s Morgens erger dan ‘s avonds |
Duur | Uren tot dagen | Progressief in maanden tot jaren | Weken tot maanden |
Bewustzijn | Verminderd | Normaal | Normaal |
Aandacht | Wisselend, verlaagd | Meestal normaal | Meestal normaal |
Oriëntatie | Gestoord, met name in tijd | Gestoord | Gestoord |
Geheugen | Kortetermijngeheugen gestoord | Korte- en langetermijngeheugen gestoord | Ongestoord, wil niet antwoorden |
Denken | Chaotisch | Verarmd | Verarmd |
Waarneming | Wanen en hallucinatie | Meestal normaal | Meestal normaal |
Stemming | Labiel | Wisselend | Somber |
Diagnostiek
Wat kun jij doen?
De hoofdbehandelaar stelt de diagnose. Wat kun jij doen als verpleegkundige, verpleegkundig specialist of verzorgende?
Specifiek in de thuissituatie:
Specifiek in een verpleeghuis:
Niet doen:
Screen niet routinematig op een delier in het verpleeghuis.
Behandeling
Wat doe je?
Beschrijf een delier en de bijbehorende cognitieve problemen van de zorgvrager in de verpleegkundige rapportage. Overweeg ook in deze fase basiszorg waarin interventies van het Bundled HELP Programma voorkomen.
Specifiek in de thuissituatie:
Betrek, in overleg met de huisarts, een extra zorgmedewerker. Denk aan een casemanager dementie, een wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist of de POH ouderen.
Niet doen:
Ga niet tegen de beleving van de zorgvrager in.
Nazorg
Welke nazorg bied je na een delier?
Vaak verdwijnt de aandacht vanuit zorgverleners en naasten voor een delier, zodra de acute fase voorbij is. Dit is onterecht, omdat de zorgvrager tot zes maanden na ontslag uit het ziekenhuis nog negatieve effecten kan ervaren. Dit zie je vaak terug in de algemene dagelijkse levensverrichtingen, het verlies van cognitieve vaardigheden of een overbelasting van naasten en/of mantelzorger. Jij kunt in de nazorg het volgende doen:
In uitgangsvraag 6 van de richtlijn vind je aanvullende overwegingen die je kunt meenemen in een post-delier gesprek.