Ga terug

Deel via:

250522 VVN Cytostatica illustratie 2

Veilig werken met cytostatica

januari 2025

Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist in de wijk verleen je soms zorg aan mensen met kanker die worden of zijn behandeld met cytostatica. Het is belangrijk om dan beschermingsmaatregelen te nemen, omdat cytostatica schadelijk kunnen zijn als je er vaak en lang mee in aanraking komt. De handreiking ‘Veilig werken met cytostatica’ geeft advies om veilig te werken en een besmetting met cytostatica te voorkomen. Hieronder vind je een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen uit de handreiking.

    Samenvatting

    Nieuw

    Wat zijn cytostatica?

    Cytostatica zijn medicijnen die helpen om de groei van cellen in het lichaam te stoppen. Ze worden vaak gebruikt om mensen met kanker te behandelen. De resten van cytostatica kunnen via uitscheidingsproducten in de omgeving van de zorgvrager terechtkomen. Uitscheidingsproducten zijn bijvoorbeeld speeksel, urine, ontlasting, zweet, wondvocht of braaksel. Mensen in de omgeving van de zorgvrager kunnen hiermee in contact komen en besmet raken met de cytostatica. Dit kan schadelijk zijn. Je kunt op de volgende manier besmet raken:

    • via de huid (direct contact met besmette oppervlakken)
    • via de mond (hand-mondcontact)
    • via de longen (inademing van aerosolen of gassen)

    In de wijkverpleging ontstaat een besmetting meestal door direct contact met de huid. Cytostatica kunnen gezonde cellen beschadigen. Veel cytostatica kunnen ook kankerverwekkend zijn. Ook kunnen ze schadelijk zijn voor de voortplanting en een foetus.

    Algemeen LetOp Water
    Algemeen LetOp Water
    Let op!

    Sommige mensen met een ontstekingsziekte, zoals reuma of de ziekte van Crohn, krijgen een kleine hoeveelheid cytostatica. De adviezen uit deze handreiking gelden niet voor zorgvragers met een ontstekingsziekte.

    Risicoperiode van cytostatica

    Elk soort cytostaticum heeft een periode waarin je voorzichtig moet zijn en beschermingsmaatregelen moet nemen om een besmetting te voorkomen. Dit wordt de risicoperiode of besmettingsperiode genoemd. Het ziekenhuis waar de zorgvrager behandeld wordt, geeft aan hoe lang deze periode is. Is dit niet bekend? Ga er dan van uit dat de risicoperiode 7 dagen duurt.

    Weet je niet zeker of je beschermingsmaatregelen moet nemen? Zoek het dan op in de crashkaart oncolytica van de NVZA. In dit overzicht kun je zien voor welke medicijnen extra maatregelen nodig zijn. En hoe lang de afvalstoffen besmettelijk zijn.

    Zwanger, borstvoeding of kinderwens

    De maatregelen in deze handreiking zorgen ervoor dat iedereen veilig kan werken met cytostatica. Ben je zwanger, geef je borstvoeding of heb je een kinderwens? Dan hoef je geen extra maatregelen te nemen. Wil je bepaalde taken toch liever (tijdelijk) niet doen? Bespreek dit dan met je werkgever.

    Algemene adviezen

    Hieronder lees je adviezen om een besmetting te voorkomen. Volg deze adviezen tijdens de risicoperiode. Deze adviezen zijn ook belangrijk voor mensen die helpen bij de zorg, zoals naasten en mantelzorgers.

    • Pas altijd handhygiëne toe volgens protocol.
    • Draag bij elke handeling schone nitril handschoenen, als je in contact kunt komen met uitscheidingsproducten. Deze handschoenen moeten voldoen aan de NEN-EN 16523-1:2015+A1:2018.
    • Doe nieuwe handschoenen aan als je in contact bent gekomen met uitscheidingsproducten of dingen die mogelijk besmet zijn.
    • Bekijk per handeling of extra maatregelen nodig zijn.
    • Draag bij spatgevaar een halterschort, neusmondmasker en een spatbril. Bijvoorbeeld bij het legen van een po of katheterzak.
    • Leg de zorgvrager uit dat je maatregelen neemt om het risico op besmetting te verkleinen.

    Vaak krijgen zorgvragers leefregels mee vanuit het ziekenhuis waar ze de behandeling hebben gehad. Check of de zorgvrager of hiervan op de hoogte is. Houd ook rekening met de situatie van de zorgvrager. Bijvoorbeeld als een zorgvrager met een laag inkomen niet alle adviezen kan opvolgen.

    Paarse pijl

    Bekijk hoofdstuk 1 van de handreiking voor meer informatie over algemene adviezen en adviezen voor de zorgvrager.

    Cytostatica geven

    Zorgvrager neemt cytostaticatabletten in

    Laat de zorgvrager de medicijnen zelf innemen als dat kan. Neem beschermingsmaatregelen als je de cytostatica wel aan de zorgvrager moet geven. Zo maak je het risico op een besmetting kleiner. Hieronder staan de belangrijkste adviezen bij het geven van cytostatica.

    Voorbereiding

    • Pas handhygiëne toe volgens protocol.
    • Draag bij elke handeling schone nitril handschoenen
      die voldoen aan de NEN-EN 16523-1:2015+A1:2018.
    • Zet cytostaticatabletten en -capsules nooit uit in een weekdoos. Een tablet of capsule moet altijd vanuit de verpakking gecontroleerd worden.
    • Creëer een schone omgeving. Bijvoorbeeld geen eten, drinken, sigaretten of andere medicatie in de buurt.
    • Zorg dat (kleine) kinderen en huisdieren niet in contact komen met cytostatica.
    • Controleer altijd deze gegevens van de zorgvrager en het medicijn: juiste zorgvrager, medicijn, dosering, tijdstip en toedieningswijze. En of er een lekkage is, bijvoorbeeld een lekkende elastomeerpomp.

    Uitvoering

    • Volg altijd het advies van de apotheek die de medicijnen levert.
    • Laat de zorgvrager het liefst de tabletten of capsules zelf uit de verpakking halen. Of de zalf zelf aanbrengen.
    • Bekijk per handeling of extra maatregelen nodig zijn.
    • Heeft de zorgvrager een lopende elastomeerpomp of medicatiecassette? Let dan op de volgende dingen als je binnenkomt:
      • hoe de zorgvrager zich voelt
      • mogelijke lekkage van cytostatica uit het systeem
    • Is er sprake van een noodsituatie, zoals een lekkage? Bekijk het hoofdstuk noodsituaties.
    Paarse pijl

    Bekijk hoofdstuk 2 van de handreiking voor instructies over:

    • het oplossen en geven van tabletten of capsules
    • het toedienen van opgeloste tabletten of capsules via een sonde
    • het aanbrengen van zalf of crème
    • het geven van cytostatica als drankje
    • het afkoppelen van een elastomeer of medicatiecassette die gevuld is geweest met cytostatica

    Verzorging van de zorgvrager

    Laat de zorgvrager zoveel mogelijk zichzelf verzorgen. Zo verklein je de kans dat je in aanraking komt met resten van cytostatica. En stimuleer je eigen regie van de zorgvrager. Hieronder staan de belangrijkste adviezen:

    • Pas altijd handhygiëne toe volgens protocol.
    • Draag bij elke handeling schone nitril handschoenen die voldoen aan de NEN-EN 16523-1:2015+A1:2018.
    • Draag bij spatgevaar een halterschort, neusmondmasker en een spatbril.
    • Laat de zorgvrager als het kan zoveel mogelijk in het toilet overgeven.
    • Laat de zorgvrager zichzelf verzorgen en wassen als dit kan. Bijvoorbeeld douchen, een wond verzorgen, stoma verzorgen en urineproductie meten.
    • Kan de zorgvrager zichzelf niet wassen? Gebruik dan wegwerp-washandjes bij het wassen.
    • Gebruik meerlaags keukenrol of toiletpapier om braaksel en andere uitscheidingsproducten op te ruimen. Adviseer de zorgvrager om dit ook te doen.
    • Gooi wegwerpmateriaal weg in een dubbele afvalzak. Adviseer de zorgvrager om dit ook te doen.
    • Adviseer mannen om zittend te plassen om spatgevaar te voorkomen.
    • Adviseer om het toilet 2 keer door te spoelen met de deksel dicht.
      • Is er geen deksel? Adviseer de zorgvrager om een celstofonderlegger met de plastic zijde naar boven op het toilet te leggen bij het doorspoelen. Een celstofonderlegger mag maar 1 keer gebruikt worden.
    Paarse pijl

    Bekijk hoofdstuk 3 van de handreiking voor meer informatie en instructies over:

    • het wassen en verzorgen van de zorgvrager
    • naar het toilet gaan van een volledig zelfstandige zorgvrager
    • het gebruiken van een po, urinaal of ondersteek
    • incontinentie en diarree
    • braken
    • sputum ophoesten
    • wondverzorging
    • urineproductie meten
    • adviezen bij zorgvragers met een katheter, stoma, ascitesdrain, thoraxdrainagesysteem, redonpot of maagvochtopvangzak

    Huishoudelijke taken

    Als zorgverlener doe je in principe geen huishoudelijke taken, alleen in noodsituaties. Laat de zorgvrager huishoudelijke taken zoveel mogelijk zelf doen. Zorg ervoor dat de zorgvrager weet hoe hij of zij op de juiste manier moet schoonmaken. Hieronder vind je de belangrijkste adviezen voor huishoudelijke taken.

    • Pas altijd handhygiëne toe volgens protocol.
    • Draag nitril handschoenen die voldoen aan de NEN-EN 16523-1:2015+A1:2018.
    • Adviseer de zorgvrager om schoonmaakdoeken maar 1 keer te gebruiken.
    • Adviseer de zorgvrager om de badkamer schoon te maken met pH-neutraal schoonmaakmiddel of alkalisch schoonmaakmiddel. Alleen wanneer de zorgvrager een blaasinstillatie met BCG heeft gehad, moet er chloor in plaats van een pH-neutraal schoonmaakmiddel gebruikt worden.
    • Bij het schoonmaken van het toilet en de badkamer moet de hele ruimte als besmet gezien worden en schoongemaakt worden.
    • Gebruik voor het toilet, de wastafel, vloer en muren steeds een schone schoonmaakdoek. Gooi schoonmaakdoeken na 1 keer gebruiken weg. Kan dit niet? Was de gebruikte schoonmaakdoeken dan meteen.
    • Spoel gebruikte schoonmaakdoeken niet uit. Hierdoor kan het water besmet raken.
    • Zie je uitscheidingsproducten? Ruim deze dan eerst op met meerlaags keukenrol of toiletpapier.
    • Adviseer de zorgvrager om wasgoed direct te wassen wanneer dit vies is geworden door braaksel of urine. Dit wordt ‘besmet wasgoed’ genoemd.
      • Adviseer de zorgvrager om met een koud spoelprogramma te starten. Daarna op het wasprogramma dat normaal gekozen wordt.
      • Kan het niet meteen gewassen worden? Stop het dan in een aparte (was)zak om besmetting van ander wasgoed te voorkomen.
    Paarse pijl

    Lees hoofdstuk 4 van de handreiking voor instructies over:

    • het schoonmaken van de badkamer en het toilet
    • het wassen van besmet wasgoed
    • het afhalen van beddengoed

    Afval weggooien

    Een cytostaticabesmetting kan ook via het afval gebeuren. Afval kan tot 7 dagen nog resten van cytostatica bevatten. Gebruik zoveel mogelijk wegwerpmateriaal en adviseer de zorgvrager om dit ook te doen.

    Hieronder zie je per soort afval hoe je dit het beste kunt weggooien. Als het ziekenhuis of de apotheek die de cytostatica levert andere regels heeft gegeven, volg dan die regels.

    Stroomschema: Hoe verwerk je afval bij cytostatica?

    Noodsituaties

    Er is sprake van een noodsituatie wanneer cytostatica of besmette uitscheidingsproducten lekken of morsen. Hierdoor kunnen mensen in de buurt van de zorgvrager besmet raken.

    In deze situaties kun je een calamiteitenpakket gebruiken. Hier zitten bijvoorbeeld beschermende kleding en schoonmaakmiddel in. Zorg ervoor dat je weet wanneer en hoe je het calamiteitenpakket moet gebruiken. En waar je het kunt vinden.

    Geeft de zorgvrager aan dat zijn kleding, stoel en/of bed nat is? Vraag dan het volgende:

    • Waar bevindt zich de lekkage?
    • Hoeveel lekkage heeft er plaatsgevonden (druppels of hele plas)?
    • Hoe lang is er al sprake van een lekkage?
    • Heeft de zorgvrager ermee rondgelopen in de woning?
    • Is de huid van de zorgvrager/mantelzorger/huishoudelijk hulp of naaste met de vloeistof in contact gekomen?
      • Zo ja, wat heeft diegene hierna gedaan?
    Paarse pijl

    Bekijk hoofdstuk 6 van de handreiking voor instructies over:

    • het calamiteitenpakket
    • besmette kleding
    • besmette huid
    • besmet oog
    • verkruimelde tabletten
    • besmette omgeving