Ga terug

Deel via:

Zorgverlener zit in de woonkamer van zorgvrager met een vervuild huishouden

Vervuilde huishoudens

30 november 2024

Als verzorgende, verpleegkundige of verpleegkundig specialist krijg je soms te maken met zorgvragers met een vervuild huishouden. Een vervuild huishouden kan leiden tot problemen. De handreiking ‘Vervuilde huishoudens’ legt uit wat je als zorgverlener kunt doen om deze problemen te voorkomen of te verminderen. Hieronder vind je de belangrijkste aanbevelingen uit de handreiking.

    Samenvatting

    Nieuw

    Wat is een vervuild huishouden?

    Een huishouden is vervuild als de hygiëne in een woning een probleem is. Soms verzamelt iemand heel veel spullen (verzameldrang), waardoor het lastig wordt om in huis te leven. Schoonmaken is dan moeilijk, waardoor het huis vies wordt. Dit vergroot de kans op infecties voor de bewoner en eventuele zorgverleners. Een vervuild huishouden kan ook gevaarlijk zijn voor buren, bijvoorbeeld bij een brandgevaarlijke situatie.

    Oorzaken

    Een vervuild huishouden kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld:

    • problemen met het geheugen en/of het oplossen van problemen 
    • middelenmisbruik, zoals alcohol en/of drugs 
    • psychiatrische aandoening, zoals een depressie, psychose of verzamelstoornis 
    • verstandelijke en/of lichamelijke beperking 
    • verlies van een partner 
    • mishandeling of (zelf)verwaarlozing

    Wat kun je doen bij een vervuild huishouden?

    Volg onderstaande stappen om te beoordelen of hulp nodig is bij een zorgvrager met een (mogelijk) vervuild huishouden.

    Icoon huis en vergrootglas
    Stap 1. Onderzoek het signaal

    Maak contact met de zorgvrager en probeer vertrouwen op te bouwen. Denk aan culturele verschillen en gebruik een tolk als het nodig is. Onderzoek de situatie en risico’s met een screeningsinstrument. Zoals de Screening Woonhygiënische Problematiek (WHP) of de Clutter Image Rating Scale (CIR).

    Paarse pijl

    Bekijk uitgangsvraag 2 van de handreiking voor meer informatie over de WHP en CIR.

    Icoon zorgverlener in gesprek met zorgvrager
    Stap 2. Bespreek de situatie met de zorgvrager en naasten

    Bespreek de situatie met de zorgvrager en/of naasten. Leg uit dat je je zorgen maakt over zijn of haar gezondheid en veiligheid. En dat je het nodig vindt om iets aan de situatie te doen. Leg ook uit dat het voor jou als zorgverlener moeilijk is om in deze situatie te werken.

    Icoon zorgverleners in gesprek
    Stap 3. Overleg met collega’s of andere professionals

    Vraag zo snel mogelijk hulp als je advies of steun nodig hebt. Bijvoorbeeld van een collega, aandachtsfunctionaris of iemand van de GGD of GGZ. Laat dit aan de zorgvrager weten.

    Maak een overzicht van belangrijke organisaties in de regio, inclusief contactgegevens. Bijvoorbeeld een buurtteam of de gemeente. Zorg dat duidelijk is hoe partijen kunnen samenwerken en wanneer extra hulp nodig is.

    Icoon document
    Stap 4. Zoek samen naar een oplossing

    Probeer samen met de zorgvrager een oplossing te vinden en probeer deze uit. Geef aan dat je actie moet nemen als de situatie niet verandert. Leg de afspraken die je maakt vast in een (informeel) document of via een telefoonopname.

    Icoon nadenkende zorgverlener
    Stap 5. Bepaal de volgende stap
    Wil de zorgvrager niet meewerken? Bepaal dan wat je het beste kunt doen. Bijvoorbeeld een melding maken bij de GGD. Zorg dat je weet wat er in de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg staat of waar je deze informatie kunt vinden. Stel jezelf de volgende vragen om te bepalen wat je het beste kunt doen:
    • Is ingrijpen nodig om de gezondheid of veiligheid van de zorgvrager of zijn omgeving te beschermen? (noodzakelijkheid)
    • Draagt jouw actie bij aan het verbeteren van de situatie en het verkleinen van de risico’s? (doelmatigheid)
    • Past jouw actie bij de ernst van de risico’s? (proportionaliteit)
    • Is dit de minst ingrijpende oplossing voor de zorgvrager? (subsidiariteit)

    Veilige zorg

    Het kan moeilijk zijn om te bepalen wat je wel en niet kunt doen als je werkt in een vervuild huishouden. Hieronder vind je daarvoor enkele tips.

    • Voer de Arbocheck Verpleging en Verzorging en Arbocatalogus VVT uit om te zien of je veilig, gezond en hygiënisch bij de zorgvrager kunt werken. Deze hulpmiddelen helpen om samen met de zorgvrager te kijken naar wat veilig is. Samen moeten jullie je houden aan de arbeidsvoorwaarden. Soms kan zorg niet veilig worden gegeven. In dat geval is het belangrijk om dit goed vast te leggen en hulp in te schakelen.
    • Vraag advies aan de deskundige infectiepreventie of afdeling infectieziekten van de GGD over het gebruik van beschermingsmiddelen en handhygiëne.
    • Volg het advies van het RIVM over basishygiëne.
    • Als de zorgvrager huisdieren heeft, bespreek dan hoe hij of zij deze goed kan verzorgen om vlooien en teken te voorkomen. Zo verklein je de kans op een plaag.

    Betrek de zorgvrager en naasten

    Kijk met wie de zorgvrager contact heeft en leer zijn of haar naasten kennen. Vraag hiervoor altijd eerst om toestemming van de zorgvrager. Zorg dat zorgvragers en naasten zich gehoord voelen door open en eerlijk te communiceren. Hieronder vind je tips voor het communiceren met de zorgvrager en naasten.

    Icoon zorgvrager
    Communiceren met de zorgvrager
    • Leg contact met de zorgvrager en bouw een vertrouwensband op. Maak gebruik van een tolk als het nodig is.
    • Noem wat je ziet, zonder te oordelen.
    • Let op de reactie van de zorgvrager en geef het aan als je ziet dat iemand boos of gefrustreerd is.
    • Sluit aan bij de beleving van de zorgvrager en vraag naar wat voor hem of haar belangrijk is.
    • Geef complimenten voor positieve acties, zoals het kopen van schoonmaakmiddelen.
    • Neem bij verzameldrang de redenen voor het verzamelen serieus en toon begrip.
    • Toon betrokkenheid, bijvoorbeeld door je in te leven in de zorgvrager.
    Icoon naaste
    Communiceren met de naasten
    • Betrek naasten bij de zorg en bespreek hoe zij kunnen helpen.
    • Waardeer de kennis en ervaring van naasten en maak hier gebruik van.
    • Deel regelmatig en op tijd informatie met de naasten.
    • Neem samen met de naasten beslissingen over hulp.
    • Let op de emoties van de naasten en toon begrip voor hun zorgen en gevoelens.
    • Gebruik taal die voor de naasten duidelijk is.

    Samenwerking

    Samenwerking tussen (zorg)professionals

    De samenwerking tussen verschillende zorgverleners en andere professionals is heel belangrijk als zorgvragers een vervuild huishouden hebben. Je werkt bijvoorbeeld samen met een huisarts en psycholoog. Maar eventueel ook met een woningcorporatie of de politie. Goede communicatie en duidelijke afspraken zorgen ervoor dat je goede zorg kunt verlenen. Hieronder vind je tips voor een goede samenwerking.

    • Neem samen verantwoordelijkheid. Deel kennis en informatie met elkaar volgens de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Overleg multidisciplinair over de werkzaamheden en het zorgplan.
    • Maak afspraken over de samenwerking. Bijvoorbeeld over de signalering, taakverdeling, verantwoordelijkheid, overdracht en nazorg. Wijs ook iemand aan die de inhoudelijke eindverantwoordelijkheid heeft.
    • Meld problemen in de zorg op tijd en vraag om hulp bij lastige situaties. Je kunt ook advies vragen zonder de naam van de zorgvrager te noemen (anoniem).
    • Bespreek verwachtingen: wat kun jij doen, wat kan de ander doen en wanneer mag iemand ingrijpen?

    Paarse pijl

    Bekijk uitgangsvraag 5 van de handreiking voor meer informatie over de samenwerking met andere (zorg)professionals.