januari 2025

Deel via:

Meer info

Psychosociale problematiek bij oncologie

Wijk

Zorgverlener in gesprek met zorgvrager met kanker en haar naaste

Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist in de wijk werk je soms met zorgvragers die kanker (gehad) hebben. De handreiking ‘Psychosociale problematiek bij oncologie’ geeft je advies om deze zorgvragers en hun naasten te helpen bij psychosociale problemen. Bijvoorbeeld als zij het moeilijk vinden met hun ziekte en de gevolgen ervan om te gaan. Of als zij zich machteloos voelen of niet zoveel sociale contacten hebben. Hieronder vind je een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen uit de handreiking.

    Samenvatting

    Nieuw

    Wat is psychosociale problematiek?

    Bij psychosociale problematiek heeft iemand last van vervelende gevoelens die te maken hebben met gedachten, gedrag, emoties, sociale contacten of vragen over zingeving. Bij mensen met kanker en hun naasten kan dit ervoor zorgen dat zij het moeilijk vinden om met de ziekte en de klachten of behandeling ervan om te gaan.

    Voorbeelden van psychosociale problemen:

    • zich kwetsbaar voelen
    • paniek voelen
    • verdrietig of angstig zijn
    • depressieve gevoelens hebben
    • weinig contact met andere mensen hebben
    • problemen ervaren rondom zingeving of levensvragen

    Jij kunt zorgvragers helpen om beter met deze problemen om te gaan en ergere psychosociale problemen te voorkomen. Ook als genezing van de ziekte niet meer mogelijk is. Dit wordt psychosociale ondersteuning genoemd.

    Meetinstrumenten

    Ga in gesprek met de zorgvrager en zijn naasten over hoe het met hen gaat en wat hen bezighoudt. Zo kun je psychosociale problemen op tijd herkennen. Kies één meetinstrument en gebruik dit in het hele verpleegkundige proces (herkennen, diagnosticeren, evalueren). Dit helpt om het gesprek structuur te geven en de verpleegkundige diagnose te stellen. Ook kun je dan beoordelen hoe eventuele problemen zich ontwikkelen.

    Overweeg om een van de volgende meetinstrumenten te gebruiken:

    • Spinnenwebmodel van Positieve Gezondheid
      Vragenlijst om verschillende aspecten van iemands gezondheid te onderzoeken. Zoals vragen over zingeving en hoe iemand zich voelt.
    • Screening Inventory of Psychosocial Problems (SIPP)
      Instrument voor screenen, signaleren en/of monitoren van psychosociale problemen
    • Lastmeter
      Vragenlijst om te zien of de zorgvrager psychosociale zorg nodig heeft
    • EORTC QLQ-C30
      Vragenlijst over de kwaliteit van leven

    Als aanvulling op bovenstaande meetinstrumenten kun je de volgende hulpmiddelen gebruiken bij het stellen van de verpleegkundige diagnose:

    Evalueren

    Evalueer regelmatig met de zorgvrager, bijvoorbeeld elke 3 maanden of bij veranderingen
    in de situatie van de zorgvrager.
    Overweeg om hiervoor het model Positieve Gezondheid en/of de Lastmeter te gebruiken.

    Paarse pijl

    Bekijk uitgangsvraag 1, 2 en 4 van de handreiking voor meer informatie over meetinstrumenten.

    Interventies

    Hieronder vind je verschillende interventies die je kunt inzetten.

    In gesprek
    Praatwolkjes

    Luister zonder oordeel en met begrip naar de zorgvrager. Gebruik gesprekstechnieken, zoals actief luisteren, doorvragen en oprechte interesse tonen. Je kunt ook motiverende gespreksvoering gebruiken. Hierbij help je de zorgvrager om na te denken over wat hij of zij wil en nodig heeft. Bij gedeelde besluitvorming (shared decision making) kijk je samen naar de mogelijkheden en kies je wat het beste past bij de zorgvrager.

    Overweeg om de zorgvrager telefonisch te begeleiden als dit beter past bij de situatie. Dit kan bijvoorbeeld een positief effect hebben op angst.

    Interventiemodellen
    Spinnenwebmodel
    Gebruik beide interventiemodellen of kies er één:
    • Het model Positieve Gezondheid helpt mensen beter omgaan met uitdagingen in hun lichaam en sociale en gevoelsleven.
    • Het PLISSIT-model is een stappenplan om seksuele gezondheid te bespreken, maar kan ook gebruikt worden bij psychosociale problemen.
    Overweeg het gebruik van Nursing Interventions Classification (NIC) om passende interventies te vinden. Zoals informatie geven over psychosociale problemen of ondersteuning bij hoe de zorgvrager met problemen ontgaat.
    Websites en digitale hulpmiddelen
    Beeldscherm

    Gebruik informatieve websites en digitale hulpmiddelen bij de ondersteuning van mensen met psychosociale problemen. Je kunt deze websites ook met de zorgvrager delen of bespreken.

    • Hier vind je informatie en apps over ondersteuning bij psychosociale problemen.
    • In de wegwijzer vind je een overzicht van verschillende soorten hulp en informatie, zoals praktische ondersteuning en juridische of financiële hulp.
    • Op IPSO is veel informatie over informele zorg in de regio te vinden.
    • Hier vind je bijvoorbeeld richtlijnen over zorg bij kanker en doorverwijzingen naar andere websites met richtlijnen.
    • Hier vind je informatie over ondersteuning bij jongvolwassenen.
    • Care for Cancer biedt ondersteuning aan mensen met kanker en hun naasten.
    • In de verwijsgids vind je informatie over organisaties en zorgverleners waarnaar je kunt doorverwijzen.
    Handje

    Betrek naasten, met toestemming van de zorgvrager, zoveel mogelijk bij het toepassen van interventies waarbij geen medicatie wordt gebruikt.

    Paarse pijl

    Bekijk uitgangsvraag 3 van de handreiking voor meer informatie over interventies.

    Doorverwijzing

    Verschillende zorgverleners

    Een goed gesprek met de zorgvrager kan voldoende zijn. Maar soms hebben de zorgvrager en/of zijn naaste extra steun nodig. Beoordeel op basis van jouw klinische ervaring en het gebruikte screeningsinstrument of extra psychosociale zorg nodig is. Overweeg ook om de psychosociale problemen en ondersteuning in het teamoverleg van jouw zorgorganisatie te bespreken.

    Overweeg om het ABC-model uit de handreiking te gebruiken. Met dit model onderzoek je de wensen en behoeften van de zorgvrager. Ook kijk je of er sprake is van een crisissituatie. Verwijs daarna door naar een geschikte zorgverlener. Bijvoorbeeld een psycho-oncologisch centrum, fysiotherapeut, oncologieverpleegkundige of POH-GGZ.

    Handje

    Zorg dat je weet hoe de psychosociale zorg in de regio van de zorgvrager is geregeld. Werk samen met andere zorgverleners om de beste zorg te bieden en van elkaar te leren. Betrek ook de huisarts bij de zorg en stem met elkaar af tijdens het zorgproces.

    Paarse pijl

    Bekijk uitgangsvraag 5 van de handreiking voor meer informatie over het ABC-model en het verwijzen naar andere zorgverleners.

    Patiënteninformatie

    Nieuw

    Hulp bij psychosociale problemen

    Zorgverlener in gesprek met zorgvrager met kanker en haar naaste

    Als u of uw naaste kanker heeft, kunt u zich verdrietig, angstig of eenzaam voelen. Dit worden ook wel psychosociale problemen genoemd. Deze problemen kunnen invloed hebben op uw leven en hoe u en uw naaste met de ziekte en behandeling omgaan. Uw zorgverlener kan u en uw naaste helpen om beter met deze problemen om te gaan.

    Wat zijn psychosociale problemen?

    Bij psychosociale problemen heeft u of uw naaste, zoals uw partner of kinderen, last van vervelende gevoelens. Dit kunnen bijvoorbeeld gevoelens van angst, verdriet of eenzaamheid zijn. Psychosociale problemen kunnen ontstaan doordat u of uw naaste kanker heeft. Dit is heel normaal. Maar deze problemen kunnen het ook moeilijker maken om met de ziekte, klachten of behandeling om te gaan.

    Hoe kan uw zorgverlener u helpen?

    Uw zorgverlener, zoals uw verpleegkundige en/of verzorgende, kan u of uw naaste helpen om met psychosociale problemen om te gaan. Hij of zij vraagt regelmatig hoe het met u en uw naaste gaat. U kunt ook zelf hulp vragen aan uw zorgverlener.

    Praten
    Praatwolkjes

    Bij psychosociale problemen is het belangrijk om erover te praten. Praat met uw zorgverlener niet alleen over uw ziekte en uw lichamelijke klachten, maar ook over uw gevoelens. En over wat voor u belangrijk is. U kunt ook samen met uw naasten praten met uw zorgverlener.

    Uw zorgverlener blijft in de gaten houden hoe het met u en uw naasten gaat. Soms gebruikt hij of zij  daarvoor een vragenlijst. Zo’n lijst helpt om een goed overzicht te krijgen van uw problemen en welke hulp u daarbij nodig heeft. Natuurlijk kunt u het ook altijd zelf bij uw zorgverlener aangeven als er iets is.

    Extra ondersteuning

    Soms heeft u meer hulp nodig bij uw psychosociale problemen dan alleen praten met uw zorgverlener. U kunt dan samen met hem of haar bespreken wat het beste bij uw situatie past. Er zijn bijvoorbeeld websites die u kunt gebruiken. Het kan ook zijn dat u liever praat met andere mensen met kanker.

    Uw eigen zorgverlener kan u laten doorverwijzen naar een andere zorgverlener. Bijvoorbeeld een psycholoog of maatschappelijk werker. U kunt ook zelf aangeven dat u hulp wilt. Als u dat prettig vindt, kan uw naaste vaak bij deze afspraken aanwezig zijn.

    Websites voor hulp bij psychosociale problemen

    Hieronder vindt u een lijst met websites die u kunt gebruiken voor informatie, advies en psychosociale zorg. Via sommige websites kunt u in contact komen met andere mensen met kanker. U kunt ook samen met uw zorgverlener kijken welke websites geschikt voor u zijn.

    • Kanker.nl
      Een uitgebreide website met informatie over kanker, ervaringen van anderen en een overzicht van zorg en hulp bij u in de buurt en online. Op kanker.nl wordt ook naar veel nuttige apps en websites verwezen.
    • Mijn Positieve Gezondheid
      Een handige website om te zien hoe het met u gaat en waar u ondersteuning bij kunt gebruiken.
    • Wegwijzer bij kanker
      De Wegwijzer bij kanker geeft je overzicht van verschillende soorten hulp en informatie, zoals praktische ondersteuning en juridische of financiële hulp.
    • Aya Zorgnetwerk
      Het Aya Zorgnetwerk helpt jongvolwassenen die kanker hebben (gehad).
    • Instelling Psychosociale Oncologie (IPSO)
      Een IPSO-centrum kan helpen bij psychosociale problemen. Ook kunt u via IPSO in contact komen met andere mensen die kanker hebben (gehad).

    Icoon vraagteken
    Vragen?

    Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Of heeft u meer hulp nodig? Praat er dan over met de zorgverlener van wie u deze informatie heeft gekregen, of ga naar uw huisarts/medisch specialist. Samen kunt u op zoek naar oplossingen.