Initieer en continueer proactieve zorgplanning op de volgende momenten:
- Bij een verzoek van de persoon en/of naaste om een gesprek over proactieve zorgplanning te voeren.
- Bij signalen dat de huidige kwaliteit van leven als onvoldoende wordt ervaren.
- Bij (het ontstaan van) moeilijk verstaanbaar gedrag waardoor er een verwachting is dat ziekenhuisopname en/of behandeling/nazorg/revalidatie een moeizaam beloop zal hebben en door betrokkenen als negatief wordt ervaren.
- Bij belangrijke levensgebeurtenissen, bijvoorbeeld het verlies van een naaste of verhuizing.
- Bij een verandering in gezondheidsstatus of functioneren, bijvoorbeeld bij:
- De diagnose van of progressie van een acute of chronische levensbedreigende ziekte (bijv. COPD, hartfalen, nierinsufficiëntie, oncologische aandoeningen);
- De diagnose dementie;
- Terugkerende of ernstige infecties;
- Langdurig verminderde inname van vocht en/of voeding;
- Ontstaan of toename van slikproblemen;
- Ongewenst gewichtsverlies;
- Achteruitgang in mobiliteit / frequent vallen;
- Toename van zorgafhankelijkheid;
- Ontstaan of toename van passiviteit;
- Cognitieve achteruitgang;
- Psychische achteruitgang;
- Achteruitgang in communicatiemogelijkheden.
- Een ziekenhuisopname (voorafgaand, tijdens, en/of na).
- Ontslag naar huis of naar een andere zorginstelling.